Ik schreef een verhaal voor Dwarsstraat (oorspronkelijk live voorgelezen voor Podium Polaris) waarin seriemoordenaar Hans van Z. en het overlijden van mijn grootvader op vreemde wijze iets met elkaar te maken blijken te hebben.
‘In het geluidslandschap van het leven ontdek je al als kind al snel een donkere, bijzondere toon, waarvan je aanvoelt: dit wordt de eindnoot. Die noot, dat is de dood.’
‘Naamgenoten. Dat idee begon heel langzaam door te sijpelen in mijn onvolgroeide bewustzijn. Naamgenoten hebben dezelfde naam, maar zijn niet dezelfde persoon. Hun begin- en eindtonen zijn anders, maar de noten van hun naam zijn dezelfde.’
